Foto: Willy Recour -1-

 
         
 

Foto: Willy Recour -2-
Kpl DUPONT – de Korporaal met wachtdienst
 

Foto: Willy Recour -3-
Een de schildwachten
 
 
De wacht bestond uit een postoverste (Sergeant) – 1 Korporaal met wachtdienst – 21 Schildwachten (Soldaten).
 
         
 

Foto: Willy Recour -4-
 
 

Algemeen zicht van de MUNITIEOPSLAGPLAATS te KASSEL in 1959.
Hier lag de munitie gelagerd van alle troepen
van het garnizoen Kassel.
De voornaamste eenheden waren : 6 Genie (6 Gn) - 2 Jagers te Paard (2 JP) – 10 Cie Tpt - 202
Cie Ord – 5 Cie Med – Pl MP.
In de achtergrond bemerkt men een gedeelte van de Polygoon DÖNCHE.

 
         
 

Foto: Willy Recour -5-
Soldaat Milicien DE MEYER – Schildwacht en Korporaal Milicien DUPONT – Korporaal met wachtdienst.
 
         
 

Foto: Willy Recour -6-
Een gedeelte van het wachtpersoneel. De ontbrekenden stonden op hun post of waren aan het rusten.
 
         
 

Foto: Willy Recour -7-
Het tweede gedeelte van het wachtpersoneel. Het wapen op de voorgrond(midden) is een MG.
 
         
         
 
De BEWAPENING van het WACHTPERSONEEL
 
         
 
 
         
 
De FAL - Licht Automatisch Geweer
Was ook het individueel wapen van de PIONIER.
 
         
 

Patronen op hulplader
 

Productie:   Fabrique Nationale Herstal (B)
        Gewicht:   4,25 kg.
          Lengte:   1,09 m.
Laderinhoud:   20 patronen
           Dracht:   650 m.
          Kaliber:   7,62 mm. of .30
 
         



Fabrique Nationale te HERSTAL
 
         
 
De VINGNERON
Was ook het individuele wapen van de chauffeur.
 
         
 
 
         
 
 
 

De lader(inhoud 32 patronen)                                     Kaliber 9mm                                      De hulplader
Productie :  Kolonel George Vigneron – Precision Liégeoise S.A. Herstal-Belgie
Het individueel wapen van de schildwachten was naargelang hun functie de FAL of de VIGNERON.
Het individueel wapen van de postoverste was de VIGNERON
.

 
         
 
De MG
 
 
 
 

Productie : Fabrique Nationale Herstal              Kaliber : 7,62 mm of .30
De MG was een sectiewapen. Men had er een per sectie in de gevechtsgenie.

Dit was het wapen van de schildwachten op de wachttorens.
Bijkomend hadden ze nog een gordel met acht gevulde laders (20 patronen per lader).
Het is eens voorgekomen dat de schildwacht op de bovenste trap van de toren deze gordel verloor. 
Deze botste dan trap voor trap naar beneden  met als gevolg dat verschillende laders halfvol beneden aankwamen.
Dan maar zoeken in het gras om de verloren patronen terug te vinden. Was er een patroon verloren was dat een drama.
Men dacht onmiddellijk aan diefstal en de CIC (zekerheidsdienst van het leger) werd ingeschakeld met alle gevolgen vandien. Geroutineerde postoversten hadden daar een middel op gevonden, meer kan men daar niet over vertellen.

 
         
 
 
 

Noot:
De MG die je bedoelt is een Belgische variant van de gekende Browning Automatic Rifle (ook vaak BAR genoemd) nl de FN Mle D. Later is dit wapen vervangen door de FALo.
In bijlage vind je twee foto's van de FN Mle D (den MG).

Met geniale groeten,
SPEYKI
ex 14CieGevGn

     
 
 

HET SEINKOGELPISTOOL.

Dit bevondt zich bij de postoverste en was bestemd om seinkogels af te vuren.
Men had verschillende kleuren voor verschillende  doeleinden (o.a. Brand of aanval op het munitiedepot).
Men rekende erop dat de wacht in de kazerne DE GETE dit bemerkte en maatregelen trof (!!!).

 
         
 

Foto: Willy Recour -8-
Bunker 21 en 21 Bis (in de omgeving van het wachtlokaal).
 
         
 

Foto: Willy Recour -9-
 
         
 
HET WACHTLOKAAL
 
 

Nr 1   Rust en Piket lokaal         
Nr 2   De Planton                     
Nr 3   Lokaal van de Postoverste

  Nr 4   Ingang naar het wachtlokaal
Nr 5   Ingangspoort depot
Nr 6   De inrit van het depot
 
  Dit is een bewakingssysteem anno 1959. Van automatisch geopende slagbomen en ingangspoorten valt hier niets te bespeuren.
Alles was zeer geïmproviseerd. Men had daar geen problemen mee, men kende niets.
 
 

Opdracht van de planton aan de ingang van het munitiedepot.

 
 

1. Controle der bezoekers. 
Er bestond een systeem met Pas- en Naderwoord  dat geldigheid had  voor de ganse wachtbeurt (24 uur).
Voorbeeld: PETER - POPERINGE.  De planton riep HALT OF IK VUUR. Na de derde opvordering zonder gevolg werd gevuurd.
Volgde de betroffene het bevel op en hield aan werd hij opgevorderd de handen omhoog te steken.
Dat sprak de planton het eerste gedeelte van het paswoord (PETER) en als de aangehoudene het tweede gedeelte (POPERINGE)
antwoordde werd hij als vriend herkend en werd in het de post binnen gelaten.
Kon hij niet antwoorden werd hij als vijand behandeld m.a.w. de planton riep het piket en de persoon werd gevangen genomen.
We leefden in een rustige tijd, ik heb het laatste geval nooit mee gemaak.
Wel stelde de controllerende officier van wacht of kapitein van week zich soms spraakloos en dan
werd het SPEL GESPEELD.  Alvorens binnen gelaten te worden moest  de  bezoeker nog alle vuurwerkmiddelen
(Stekjes-sigarettenaansteker + sigaretten enz.) afgeven tot bij zijn vertrek.
                                                                               
2. Inzittende van voertuigen werden op de zelfde manier behandeld.
Aangezien de poort dicht was moest hij stoppen (alhoewel met die ingangspoort !!!!!).
Hij werd opgevorderd uit te stappen en werd dan behandeld zoals boven beschreven.

3. De bezoekers moesten ook in het bezit zijn van toelatingskaart om de munitieopslagplaats te betreden.

4. Alle bezoekers werden natuurlijk in de daarvoor voorziene lijsten ingeschreven.

5. Randbemerking: het BUNDESWEHRMUNITIEDEPOT van NAGOLD is door terroristen overvallen worden en
daar is het grondig scheef gegaan; de ganse wacht is omgebracht geworden.

6. In het munitiedepot van KASSEL ken ik persoonlijk geen enkel negatief voorval.
Enkel de houding van sommige controleurs zorgde soms voor gevaarlijke toestanden, soms zelf onverantwoord.
Verder in de reportage heb ik het daarover.

7. Voor doorwinterde militairen was bovenvermelde uitleg natuurlijk niet nodig,
ik ga er echter vanuit dat ook
burgers graag de mooie Website van Kamp Vogelsang bekijken en waarderen.

 
         
 

Foto: Willy Recour -10-
 
 

Zicht op een wachttoren en op de grote bunkers. In werkelijkheid waren dat garages. Daarin bevonden zich geladen voertuigen. Deze voertuigen ( Merk FORD RHEIN van de 10 Cie Tpt) bevatten de ladingen van de bestendige vernielingen die de compagnies van het
6 Gn Bn te laden hadden bij werkelijk alarm. Bij alarm (ook oefen alarm) kwam iedere Sectieoverste met zijn Sectievoertuig (HALFTRACK) de respectievelijke camion voor zijn vernielingen afhalen en vertrok dan naar het alarmkantonnement of rechtstreeks naar zijn vernielingen. Bij oefenalarm werden de vernielingen echter niet geladen met echte springstof. Het was eigenlijk enkel een transportoefening. Er gebeurde eens een ongeval met een van de camions. De BENOTOKISTEN, Apers en ATK MIJNEN (zie onderaan) lagen verspreidt op de openbare weg. Dat zorgde voor enkele protestartikels in de Duitse pers. Vanaf dan was men meestal met ledige voertuigen onderweg. De geladen voertuigen moesten alle 6 maanden omgeladen worden.

 
         
 
            
 
 
ATK-MIJN  M 6        3 BENOTO KISTEN       Apers  MIJN  M2A1
 
         
 

1. De ATK (Anti Tank) MIJN M6:
Gewicht 9,1 Kg. – springstof 4,5 Kg. TNT – doormeter 33,3 cm. – dikte 8,3 cm.
aantal per vernieling naargelang het aantal trechters – ligplaatsen voor valstrikontstekers op trek om het ontmijnen te bemoeilijken.

2.De BENOTO-WEGVERNIELING:
Per put (bevond zich reeds in de weg) 12 gewone kisten van 30 Kg. en 1 aanzetkist van 33 Kg. + 2 aanzetpatronen van 100 gr TNT.
Men benodigde natuurlijk ook aanzetmiddelen en (knalkoord, pyrotechnische knalkokers, elektrische kabel, elektrische knalkokers, ontploffer) om een gemengd kompassement te kunnen verwezenlijken. Deze vernieling was een Anti-Tankvernieling.

3.De Apers (Anti Personeel) MIJN M2A1(US) of PRB M 966(B):
Gewicht 2,95 Kg. – Springstof 154 gr. TNT in metalen kegel – nodige druk 9 Kg. Dit was een bijzonder dodelijke mijn.
Ze behoorde tot de categorie der opspringende mijnen. Bij het in werking stellen ontplofte de kegel op een hoogte van ongeveer 1,5 m.
Daarom dat deksel bovenaan. Aantal per vernieling naargelang het aantal trechters.

 
         
 

Noot:
Je weet nu al dat ik een geregelde bezoeker ben van de site Vogelsang en met aandacht uw reportages lees.
Willy,sorry, maar er zijn correcties nodig.

Deze inlichtingen worden u met sympatie bezorgd door iemand die vroeger in de Genieschool ook specialist vernielingen was.
Hartelijke groetjes .....Rudy Dobbelaere

 
    • De normale BENOTOkist was 40 Kg.
    • De aanzetkist BENOTO was 48 Kg.
    • De totale lading in één put was 528,2 Kg.
      met name 12 normale kisten van 40 Kg.
      + 1 aanzetkist van 48 Kg.
      met twee aanzetpatronen van 100 Gram.
 
         
 

Foto: Willy Recour -11-
Zicht op een gedeelte van de munitieopslagplaats. Dat klein huisje naast de weg is het blusmateriaal.
 
         
 

Foto: Willy Recour -12-
Zicht op 3 garages met geladen voertuigen van de 10 Cie Tpt voor het 6 Genie Bataljon.
 
         
 

Foto: Willy Recour -13-
 
 

Zicht op een wachttoren en op de omheining. Deze zag er meer als een tuinomheining uit als deze van een depot waar duizenden kilogrammen springstof en mijnen opgeslagen lagen. Niet onmiddelijk geruststellend voor de schildwachten.

 
         
 
Het verloop van de wacht in de munitieopslagplaats
 
         
 

1. Er waren 7 wachtposten – 3 op de torens – 3  beweeglijke – 1 planton (aan het wachtlokaal).
2. Men had 7 groepen van 3 man 1 stond op wacht – 1 was van piket – 1 was met rust.
Dat wil zeggen dat er bestendig 7 man wacht hadden – 7 man van piket waren en 7 man konden rusten.
3. De aflossing gebeurde om de 2 uur onder leiding van de korporaal met wachtdienst.
4. De schildwachten hadden verbinding met de postoverste door middel van een veldtelefoon.
5. Bij problemen belde de schildwacht de postoverste op en het piket rukte uit naar de post die opgeroepen had.
6. Het piket moest natuurlijk in volledige kledij blijven maar bevond zich in het rustlokaal.
7. De mannen die rust hadden mochten de gevechtskledij afleggen en slapen.  
8. De schildwachten moesten hun consignes (opdrachten) telkens mondeling overdragen aan de volgende.
9.De gevechtskledij bestond uit : camouflagekledij - helm (Amerikaans type) – wapen – bottine – webuitrusting.
10.Van kogelvrije vesten was in die tijd geen sprake
.

 
         
 
De controle van de wacht in de munitieopslagplaats
 
         
 

De controle van de wacht gebeurde door de officier met wachtdienst van de kazerne DE GETE of uitzonderlijk door de Kapitein met weekdienst. Normaal moest dat op de reglementaire manier langs de ingang van het depot gebeuren volgens een procedure die ik reeds op een andere plaats beschreven heb. MAAR sommige controleurs bedienden zich van COWBOY en zelfs RAMBO METHODEN.
Ze probeerden het depot te betreden door over of door de omheining te kruipen. Sommigen waren zich schijnbaar niet bewust dat de bewaking gebeurde met scherpe munitie. Aan een voorval herinner ik mij nog. Een schildwacht (kort voor de afzwaai) zag hoe de officier  van wacht over de omheining kletterde. Hij liet hem begaan en riep pas HALT OF IK VUUR als hij in het depot binnen was.
De indringer stopte eerst na de derde opvordering(!!!!).
Wat dan gebeurde is onklaar, in ieder geval als het piket de indringer in ontvangst kwam nemen lag deze plat op zijn buik in het slijk.
Het ganse eindigde met een proficiat voor de schildwacht een verdere rustige wacht zonder bijkomende controles.

 
         
 
Nog een klein verhaal uit de tijd van toen.
 
         
 

Op het terrein van het munitiedepot (echter buiten de omheining) stond er een varkensstal goed bevolkt met varkens. De varkensboer was een soldaat milicien uit de kazerne. Deze werd gekozen uit de rekruten van een bepaalde eenheid (uiteraard na de opleiding). Voorkeur werd gegeven aan iemand die uit een landbouwersfamilie kwam. Die job werd gaarne aangenomen. Diefstallen gebeurden er niet. Buitenstaanders dachten dat die varkens ook door de wacht van de munitieopslagplaats bewaakt werden. Het vlees van die dieren werd gebruikt om het eten in de kazerne te verbeteren wat iedereen ten goede kwam.

 
         
         
 
50 JAAR LATER
 
         
 

Foto: Google Earth
 
 

Nr 1 op de foto: De voormalige Kazerne DE GETE. Wordt mogelijk het Technologiepark der stad KASSEL.
In de kazerne De Gete (voor de Duitsers LÜTTICH Kazerne) waren in 1959 volgende eenheden gestationeerd:
6 Genie Bataljon A en C Cie – 2 Jagers te Paard – 10 Cie Tpt – 202 Cie Ord – 5 Cie Med – Pl MP.
Nr 2 op de foto: De TANKPISTE. Langs daar bereikte men de Polygoon DÖNCHE via een betonnen Tankpiste.
Nr 3 op de foto: De voormalige MUNIETIEOPSLAGPLAATS. Daar is nu de HESSISCHE LANDESFEUERWEHRSCHULE ondergebracht.
In 1959 bevondt deze school zich in het STADTTEIL WEHLHEIDEN.
Nr 4
op de foto: Het voormalige oefenterrein  van het  Garnizoen Kassel DE POLYGOON DÖNCHE.
Nr 5 op de foto: Het Hotel-Restaurant ROTHSTEIN.  Roland  VAN HOLDERBEKE moet dit goed kennen. Waarom blijft ons geheim.
Nr 6 op de foto: Restaurant SCHÖNE AUSSICHT. Zeer goed gekozen naam.
Achter het restaurant bevond zich de polygoon Dönche en de VUILNISBELT van de Stad Kassel.
Nr 7 op de foto: Hier bevond zich de alom bekende GASTSTÄTTE  SÜSTERFELD

 
         
 

Foto: Google Earth
De HESSISCHE LANDESFEUERWEHRSCHULE. Op deze plaats bevond zich de MUNITIEOPSLAGPLAATS
 
         
 
 

Voor de juistheid van de inhoud van mijn teksten
kan ik geen waarborg verlenen.
Ik schrijf bijna alles uit mijn geheugen neer
en het is toch al zeer lang geleden!
Sommige informatie vind ik op het INTERNET.

In ieder geval veel kijk- en leesgenot.

Willy RECOUR

willy_recour@web.de

 
         
Vorige pagina
  TOP   Volgende pagina