VICI Nr.124: 02-12-1951      
         
     
         
     
         
  Op het ogenblik dat Groot-Brittannië haar leger motoriseerde. (1938), achtte zij het nodig haar veldkanon van 18 Ibs. te vervangen door een stuk dat sterker en aan het nieuwe tractiemiddel aangepast zou zijn.
Wanneer de Engelsen er tot hiertoe nog nooit in geslaagd zijn op gebied van bewapening hun tegenstrevers te evenaren dan hebben zij integendeel met de vervaardiging van het kanon 25 Ibs. een echt meesterstuk verwezenlijkt.

Om U een idee te geven zullen we hier een paar karakteristieken van het kanon opsommen.
Tot op een afstand van 12 km kan dit wapen een grote verscheidenheid van projektielen afvuren. Het stuk weegt slechts 1850 kg. en is zeer beweeglijk. Dank zij zijn ronde draaiplaat kan het stuk onmiddellijk het vuur openen in gelijk welke richting. De belangrijkste eigenschap is echter de mogelijkheid van dichtbij steun te verlenen aan de infanterietroepen en de pantsereenheden.

  Het stuk kan aangewend worden voor het aanleggen en het onderhouden van rookgordijnen terwijl de brisantgranaten van het kanon tevens een anti-tankwapen maken.
Het kanon 25 lbs. is een steunwapen bij uitstek.
Het is vooral doelmatig voor de gevechten tegen onbeschermde troepen en tegen ongepantserde voertuigen. Het werkt hoofdzakelijk neutraliserend. Zowel in defensieve als in offensieve stelling maakt de 25 lbs.-artillerie een machtig wapen uit voor de uitschakeling van vijandelijke batterijen.

Wat men vooral niet uit het oog mag verliezen is het rendement dat door afvuren van de rookgranaten verkregen wordt. De rookgordijnen verblinden de vijand en verbergen de bewegingen van onze troepen.
De lichtgranaten van het kanon 25 Ibs. kunnen een belangrijke oppervlakte verlichten.
De snelheid en de beweeglijkheid van het kanon laten toe met grote doelmatigheid een uitgestrekte oppervlakte onder vuur te nemen. Het kanon 25 Ibs. is en blijft een uitstekend wapen.

 
         
     
         
 
 
         
 
   
         
  Indien het houwitserkanon van 25 pond beschouwd mag worden als een gloriestuk van de Engelse bewapening in de laatste oorlog, dan is de houwitser 105 mm. echter nog altijd het basiskaliber van de Amerikaanse veldartillerie.

De houwitser 105 mm. die aanvankelijk voortgetrokken werd door een voorspanwagen, werd in 1942 een zelfbewegend kanon. Het is op dit tijdstip dat het Amerikaanse leger de noodzakelijkheid aanvoelde om zonder uitstel een artillerie op rupsbanden te bezitten die in staat zou zijn op elk ogenblik de pantserwagens te volgen en te ondersteunen.

Op enkele kleinigheden na komt de 105 SP met de houwitser 105 mm. overeen die men op een bijzonder bestudeerd raamwerk vastgeklonken heeft. Het geheel rust op de ophanging van een Shermantank.

De algehele motorisatie van de artillerie die nauwelijks beëindigd was, werd reeds voorbijgestreefd. De ge-motoriseerde artillerie werd al langer hoe meer belangrijker.

De gemotoriseerde artillerie verschilt in wezen niet veel van de voortgetrokken artillerie. Rekening gehouden met het kaliber, is zij ingericht en uitgerust om dezelfde opdrachten uit te voeren.
  Nochtans, om van nabij de bewegingen van de pantsers en de infanterie te ondersteunen, hebben de eenheden van de artillerie SP de volgende voordelen:
1) een zeer grote tactische beweeglijkheid
2) verbindingsmiddelen die een snelle tewerkstelling toelaten.
3) het in batterij- of in gevechtstellen van het stuk geschiedt quasi ogenblikkelijk.
4) mogelijkheid om zonder veel risico gevaarlijke zones te doorkruisen: gepantserde romp en bewapening.
5) middelen om weerstand te bieden aan dichte aanvallen van vijandelijke pantsers of vliegtuigen (antitankmunitie en anti-aviongeschut).
In geval van nood kan de schietkadans tot 6 schoten per minuut of tot 12 schoten per minuut opgevoerd worden.

Gans uitgerust heeft het kanon een gewicht van 21 ton. De bemanning bestaat uit de stukoverste, een piloot, 2 richters, een lader, een vuurmaker en 2 munitieaanbrengers. De snelheid bedraagt op de baan maximum 38 km. per uur en op alle terreinen 24 en 32 km. per uur.

Elk stuk is uitgerust met een radiopost die op het net van de batterij afgestemd is.
De batterij bestaat uit 6 stukken. Het bataljon Artillerie te Paard bezit 3 houwitsersbatterijen van 105 SP of van houwitsers 155 SP.
 
         
     
         
 
 
         
 
   
         
 

Kunt U zich de 155 mmo houwitser voorstellen? Neen? Bekijkt U dan even bijgaande foto's.

Waarom noemen we dit stuk een "houwitser" en niet een "kanon"? Wel, een kanon is een vuurmond, waarvan de meest gebruikte kogelbanen gestrekt zijn, terwijl de kogelbanen van een houwitser meer gekromd zijn. Voor de lichte artillerie komen de houwitsers meer en meer in zwang. Dit houdt verband met de grotere mogelijkheid van de houwitser, enerzijds zich op te stellen achter een dekkingsmassa, en anderzijds doelen te beschieten, die zich achter dekkingen bevinden.
De H. 155 mm. schiet een granaat met een diameter van 155 mm. en een gewicht van 43 kg. tot op een afstand van ongeveer 15 Km.; deze dracht wordt bereikt met de sterkste van de zeven beschikbare ladingen, waarbij aan de loop een helling gegeven wordt van nagenoeg 45°.

Naargelang de te vervullen opdracht schiet de H. 155 m., ofwel een springgranaat, ofwel een rookgranaat. Daarenboven, om de waarneming hij nacht toe te laten, kan een lichtgranaat afgevuurd worden, die de omgeving van het doel als bij klaarlichte dag verlicht.
De springgranaat heeft een doeltreffendheidsstraal van nagenoeg 30 m., d.w.z. dat een vijandelijk soldaat, die zich binnen de 30 m. afstand van het ontploffingspunt bevindt, 50% kans heeft buiten gevecht gesteld te worden.

Nu zult U wel denken dat met zulke zware granaten de vuursnelheid niet bijster groot zijn kan. Het stuk is evenwel zo ingericht en de dienst der elf handlangers zo geregeld dat drie schoten per minuut kunnen afgevuurd worden.

 
U weet dat schoten, die met dezelfde gegevens afgevuurd worden, niet alle in eenzelfde punt vallen, maar wel binnen een rechthoek, waarvan de breedte en vooral de lengte betrekkelijk zijn.

Dit verschijnsel is de "spreiding" en de afmetingen van de spreidingsrechthoek geven een idee van de nauwkeurigheid, waarmee het stuk schiet: hoe kleiner de rechthoek, hoe groter de nauwkeurigheid van het stuk.

Men rekent in de regel op een totale spreidingslengte overeenstemmend met 4% van de schietafstand.

Welnu, bij de H. 155 mm. bedraagt deze spreidingslengte, voor de gebruikelijke schietsafstanden, slechts 2% van de dracht. De grote nauwkeurigheid bij het schieten is dan ook één van de meest merkwaardige eigenschappen van de 155 mm. houwitser.

Het stuk weegt nagenoeg 6 ton. Het wordt getrokken door een rupstractor. die zelf 13 Ton weegt en met het stuk een snelheid halen. kan van 50 K/U.

Om het stuk van baanstelling in schietstelling te brengen openen de handlangers eerst, onder 't bevel van de stukscommandant, de affuitbalken van de tweebenige affuit, daarna worden de schoppen ingegraven en de affuit opgevijzeld, waarbij de wielen van de grond gelicht worden. Dit werk vraagt vijf à tien minuten en het stuk is nu gereed om gericht te worden en zijn steunopdracht ten bate van de infanterie aan te vangen.

 
         
     
         
 
 
         
     
         
  Het 155 mm. kanon is een zwaar veldgeschut van een middelmatig kaliber met grote draagwijdte.

Het is een Amerikaans wapen waarvan er twee gelijksoortige modellen bestaan, namelijk
de "155 Gun MI." en de "155 Gun MI Al".

Het 155 mm. kanon, dat deel uitmaakt van het moderne Amerikaanse artilleriesysteem, werd in 1941 in de V.S.A. vervaardigd. Het werd aangewend tijdens de gevechten in Italië, gedurende de 6 eerste maanden van 1944. Nadien werd het gebezigd door het 1e Leger in de veldslagen van Frankrijk en Duitsland terwijl het op het huidige ogenblik een voorname rol speelt op het front van Korea. Omwille van zijn grote draagwijdte en het gewicht van zijn munitie is het 155 mm. kanon een zeer machtig wapen.

De vuurmond is 7,22 m. lang en heeft een gewicht van 4.350 Kg. Het 155 mm. kanon is een nauwkeurig wapen. Deze nauwkeurigheid heeft het te danken aan zijn vuurmond, zijn richtingsinstrumenten en zijn munitiegewicht. Wegens zijn grote zwaarte biedt het kanon grote verplaatsingsmoeilijkheden en heeft het slechts een kleine interventiesnelheid.
  Het peloton van het stuk bestaat theoretisch uit 1 stukoverste en 14 dienaars. De operaties voor het in batterij plaatsen zijn talrijk en traag en beslaan soms een tijdsruimte die gaat, volgens het terrein, van ½ u. tot 3 en 4 uren. De tijd die nodig is om het stuk uit de batterij te nemen loopt insgelijks over ½ u. tot 3 u. Indien echter hierbij het terrein moet omgespit worden duurt de verplaatsing van het kanon soms 1 tot 2 uren.

Het debiet wordt beperkt door de slijtage van de vuurmond, wegens de te snelle kadans, en door de moeilijkheid van het laden bij het schieten in grote invalshoeken. (In 2 minuten: 4 schoten; in 10 minuten: 10 schoten; in 3 u.: 90 schoten.)

De maximumsnelheid op de baan is 35 km. per uur en de dagelijkse afstand gaat van 150 tot 200 km.
Het projektiel van het 155 mm. kanon is hetzelfde als dit van de houwitser en weegt 43 kg.

De gebruikte projektielen zijn de brisantprojektielen en de chemische projektielen. Deze laatste worden ingedeeld in rook-, fosfoor- en gasgranaten.
 
         
  Alhoewel de vuurmond vlug versleten en de tactische beweeglijkheid, wegens het grote gewicht, maar zeer klein is, heeft het 155 mm. kanon andere eigenschappen, zoals de grote draagwijdte, de merkwaardige nauwkeurigheid, de niet uit het oog te verliezen strategische beweeglijkheid en de beweeglijkheid van de schietplannen, die er een uitstekend zwaar artilleriewapen van maken dat in het Legerkorps een belangrijke rol speelt.    
         
     
 
     
           
Vorige pagina
  INHOUD VICI   Volgende pagina