VICI Nr.117: 17-08-1951  
     
     
    We leven in een wereld van onafgebroken vooruitgang. Zowel wetenschappelijk als technisch komt men tot nieuwe ervaringen en uitvindingen die de bestaande organisatie van het practische leven omverwerpen en de toepassing van nieuwe, moderne proceduren noodzakelijk maken. Ook op strategisch gebied brengt de vooruitgang gestadige wijzigingen aan de bestaande technische wetgeving van een leger en geeft aanleiding tot nieuwe voorstellen. Zo heeft bijvoorbeeld, tijdens de laatste jaren, de kolossale uitbreiding en verbetering der pantserwagens de noodzakelijkheid medegebracht van de constructie van bredere vlottende bruggen met een groter draagvermogen.  
  Daarom hebben we vandaag even een bezoek gebracht aan het eiland Hersel, in de Rijn, waar de mannen van de 3e en 4e Kompagnie van het 6e Genie met verenigde krachten werken aan de Bailey-brug Klas 50, een 400 voet lange brug op vlottende steun, die de eerste Rijnoverschrijding, langs dergelijke weg, over een afstand van 150 meter zal mogelijk maken. Het verbrede Baileymateriaal houdt rekening met het groter gewicht en de zwaarte van de huidige pantserwagens.    
   

Deze Baileybrug bestaat uit drie delen:
de twee overspanningen (80 voet TIS en 60 voet DIS), de twee eindvlottende spanningen (51 voet - 6 duim) en de drie vlotspanningen (52 voet).

De overspanningen rusten op drijfpijlers die samengesteld zijn uit acht drijfsteunen met elk een draagvermogen van 14.5 ton.

Een drijfsteun bestaat uit drie pontons die ieder 1 Ton wegen. De 258 kg. zware zijpanelen van de brug kunnen, naar gelang de lengte van de spanning, dubbel of driedubbel aangebracht worden (D/S, double single, T/S, triple single).

 
 
Toen we te Hersel aankwamen, waren de werken volop aan de gang. Men had het terrein ingedeeld in drie werven, waarvan er twee dienden voor de constructie van de vlottende delen en de andere voor de montering van de oeverspanningen. In elke werf werkten er een veertigtal soldaten, onder de leiding van drie onderofficieren en een officier.

De eerste dag had men nodig gehad voor de installatie van het kamp, terwijl de tweede en derde dag in beslag genomen werden voor het aanbrengen van het materiaal. Niet minder dan 117 camions van 3 Ton waren er nodig geweest om al de onderdelen van de brug ter plaatse te brengen.

   
   
Het werk is hard en zwaar. De jongens gaan gebukt onder de last van de zware ijzeren panelen en pontons die ze met al hun krachten naar de plaats slepen waar ze moeten gemonteerd worden. Er wordt op de tanden gebeten ... het zweet druppelt langs hun vertrokken gezichten ... maar zij houden vol en het werk vordert zienderogen. Stuk voor stuk worden de zware onderdelen in elkaar gestoken en we zien stilaan de machtige Baileybrug gestalte krijgen.

Men had slechts één grote vijand te overwinnen en dat was de sterke stroming van de Rijn. Reeds twee pogingen in die aard werden er voordien aangewend doch waren op een spijtige mislukking uitgelopen. Thans zouden de mannen van het 6de Genie bewijzen dat het echte "ponteniersbloed" in hun aderen stroomt en dat "hun" brug de hevige Rijnstroming zal overwinnen! Hun zeven maand opleiding waren voldoende geweest om in hen het nodige vertrouwen in hun taak aan te kweken. Hoorden wij niet een van hen met overtuiging verklaren dat de Baileybrug bijna tegen elke normale stroming bestand is !?

 
  De jongens hadden hun eerste en tweede opleiding genoten te Namen, onder het bevel van hun korps overste Luitenant-Kolonel S.B.H. Lafontaine. Einde Juni kwam de 3e en 4e Kompagnie naar Duitsland om er tijdens de oefening te Hersel hun opgedane kennis in de praktijk om te zetten. Het werk dat men hen toevertrouwd had was lang niet van het gemakkelijkste en we bewonderen de kloeke geniejongens om de naarstigheid en de aandacht die zij bij het uitvoeren van hun reusachtig werk aan de dag legden.

's Middags werden al deze moedige werkers op een stevig eetmaal vergast: heerlijke tomatensoep, een goede portie aardappelen met beefsteak en groente, en een klein dessert. Dit hadden zij echter dubbel en dik verdiend, want zij die hard werken moeten goed eten.

   
    Alvorens te eindigen willen we een woord van dank richten aan Luitenant Tampere, de technische leider van de werkzaamheden, die ons al de gegevens in verband met het werk bereidwillig verstrekte en die we bewonderen om de ernst waarmede hij de verantwoordelijkheid over de bouw van de brug opgenomen had. Ook Kapitein Darimont danken we voor het goed onthaal dat ons te beurt viel.

Renaat Boeckx.

 
         
           
Vorige pagina
  INHOUD VICI   Volgende pagina