«Het leger marcheert met zijn maag» Dit citaat van Napoleon geeft in essentie 1 de hoofdbekommernis weer van het korps van de logistiek
dat naast diverse andere pdrachten,
dagelijks instaat voor de bevoorrading in levensmiddelen van de verschillende eenheden.
De mens voeden is een moeilijke en dikwijls ondankbare taak maar ze is tevens aantrekkelijk en vormt een
voortdurende uitdaging tot betere en meer verfijnde gerechten. Het voeden van de militair in het algemeen en de milicien in het bijzonder is zeker geen uitzondering op deze regel. De grote en kleine
moeilijkheden die de huishoudbeheerders regelmatig
ondervinden, bewijzen dit overvloedig.
  Vanzelfsprekend denken we hier niet aan de pittoreske anekdotes die elke kok en huishoudbeheerder U zo maar voor de vuist kan opsommen.

Zoals in die eenheid waar het menu gevulde kalkoen vermeldde en de milicienhuishoudbemiddelaar in zijn
boek «weeral kiek» opschreef.

Of in die andere eenheid waar de chef-kok voor de nieuwe rekruten een echte «filet américain met
frieten» opdiste en hij achteraf
in het boek van de huishoudbemiddelaar mocht lezen: «Ge moet niet vragen hoe het hier met de keuken is gesteld, men is zelfs te lui om de bouletten te bakken».
   
             
 

Het is dus duidelijk dat al degenen
die zich van ver of van dichtbij
bezighouden met alles wat met levensmiddelen te maken heeft, zich
bewust zijn van de belangrijkheid
van de taak die zij te vervullen hebben.
De bevoorradingsketen in levensmiddelen is lang en ingewikkeld. Alvorens in de teljoor van de verbruiker te komen, doorlopen de levensmiddelen een lange weg. Ze moeten gekocht, gekeurd, opgeslagen, verdeeld, eventueel omgevormd en tenslotte toebereid worden.
Een eerste hoofdvoorwaarde is
een produkt van prima kwaliteit te
leveren aan de huishoudingen en
dit in de beste voorwaarden. Vandaar ook het belang van de aankoop, van de keuring bij ontvangst, van verpakking en opslagmiddelen.

HET UUR VAN
«SELF-SERVICE»

Het materieel nodig voor vervoer
en eventuele omvorming van de levensmiddelen is een tweede belangrijke factor.

  De eetwaren worden van een centraal depot naar de distributiepunten vervoerd per
spoor. Van uit het centraal depot
gebeurt de bevoorrading der huishoudingen door verdelingsrondritten met gebanaliseerde voertuigen of worden de levensmiddelen door de huishoudingen zelf afgehaald.
Het vervoer van diepgevroren en
bederfbare produkten naar de distributiepunten wordt uitgevoerd
met frigovoertuigen.
Het materieel dat nodig is voor de
omvorming van levensmiddelen moet van een goede kwaliteit en opvatting zijn om toe te laten een
kwaliteitsprodukt te vervaardigen.
Voor de troepen in Duitsland wordt
het brood, basisvoedsel van de Belg, vervaardigd in mobiele bakkerijen.
Dit materieel dat reeds meer dan dertig jaar dienst doet, wordt weldra vervangen.
Het is duidelijk dat, om aan de
gestelde voorwaarden te voldoen
investeringen noodzakelijk zijn.
Maar rekening gehouden met het
beoogde doel zijn deze investeringen
echter meer dan gerechtvaardigd,
een goede bereiding kan immers
slechts dan worden gewaarborgd
   
    wanneer aan twee faktoren wordt voldaan: de koks en het materieel
dat deze ter beschikking hebben.
Op dit ogenblik wordt door de Direktie der Militaire Bouwwerken
een grote inspanning geleverd om
de uitrusting der keukeninstallaties
te modernizeren: het inrichten van
«Self-service», zoals we die reeds
in talrijke eenheden kennen, vernieuwing van keukenmaterieel en
zo meer.
 
Tot op heden was er nochtans één domein waar een zekere vertraging was opgetreden: de voeding van de militair op het terrein tijdens oefeningen en maneuvers.
Dus juist daar waar hij in minder
gunstige omstandigheden leeft.
En hier moeten we dan twee zaken
onderscheiden. Eerst en vooral zijn
er de gevechtsrantsoenen en vervolgens is er het keukenmaterieel
dat nodig is om veldrantsoenen te
bereiden.
 
             
    EEN IN EEN - VIJF IN EEN
De gevechtsrantsoenen die gebruikt
worden wanneer de bereiding van normale maaltijden onmogelijk is, hangen natuurlijk niet af van de culinaire kennissen van de kok en evenmin van het materieel waarover hij beschikt. Het, gevechtsrantsoen
dat aan de soldaat wordt geleverd, is verpakt in een doos en het moet door hemzelf klaargemaakt worden. Hier is er dus in de eerste plaats een probleem van aankoop, van keuze van de produkten en van de verpakking. Tot op heden bestonden de gebruikte gevechtsrantsoenen uit
twee types: de rantsoenen «5 in 1»
vooral gekend onder zijn Engelse
benaming «five in one» en daarnaast
het individuele rantsoen.
  Bij de «five in one's» bestonden er vier verschillende menu's terwijl het individuele rantsoen slechts in een enkel menu kon geleverd worden.
Niet alleen de verscheidenheid liet te wensen over, ook de formule van vijf rantsoenen in één doos stemde niet meer overeen met de behoeften van de betrokken eenheden.
Een onderzoek heeft aangetoond
dat de wensen van de verschillende
wapens varieerden van
de formule «één in één» tot «één
in tien». Men kon hieruit besluiten
dat de eenheden de voorkeur gaven
aan individuele rantsoenen. Deze
samenstelling werd dan ook weerhouden en er werden acht menu's samengesteld.
 
             
  ETEN IN VOLLE NATUUR
Wanneer de bereiding van normale
maaltijden mogelijk is, moet de kok tussenkomen en hangt de kwaliteit van de maaltijden grotendeels af van het materieel waarover hij beschikt. Het huidig veldkeukenmaterieel
is in dienst in de eenheden sinds de laatste wereldoorlog en biedt slechts beperkte bereidingsmogelijkheden.
Bovendien is het helemaal niet geschikt om maaltijden te bereiden tijdens mobiele operaties. Rijdende veldkeukens op aanhangwagens ofwel keukens gemonteerd op lastwagens zijn bijgevolg aangewezen. Reeds vóór de
oorlog bezat het Belgisch leger rijdende veldkeukens op aanhangwagens. Niettegenstaande ze van een eenvoudige constructie waren en slechts bereidingen zoals hutsepot en soep toelieten, bezaten ze het grote voordeel dat ook tijdens verplaatsingen maaltijden konden worden bereid.
  Studies werden ondernomen in
1954 en 1967 om de Landmacht met
nieuw rijdend materieel uit te rusten.
Het resultaat bleef echter uit, hetzij wegens gebrek aan beschikbare
kredieten, hetzij wegens het feit dat het beschikbare materieel niet aan de gestelde eisen voldeed.

In 1971 werd aangevangen met
nieuwe studies omtrent de behoeften aan rijdende veldkeukens.

Nadat in 1973 de kredieten voorzien
werden heeft een kommissie zich
over het probleem gebogen.
De aanbestedingen werden uitgeschreven en er werd een model gekozen. Het past hier de kok specialisten van de Menagedienst
te vermelden die in samenwerking
met de firma verschillende veranderingen uitgewerkt hebben om het gekozen model volledig aan onze
behoeften te laten beantwoorden.
   
             
     
             
    BARBECUE VOOR
250 GENODIGDEN

Het is dit nieuw materieel dat op 3
december 1974 in het Logistiek
Centrum van de Landmacht te Heverlee in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de pers door de Stafchef van de Landmacht,
Luitenant-Generaal P. Roman werd
overgedragen aan de eenheden.
De nieuwe rijdende veldkeuken
kan meer dan 250 volledige maaltijden bereiden. Alle bereidingsmethodes zijn mogelijk: koken, stoven, bakken en braden. Om dit programma te verwezenlijken beschikt de rijdende veldkeuken over eenenkelwandige kookketel van 140 liter en een dubbelwandige van 120
liter, type waterbad, om het aanbranden van bepaalde gerechten te vermijden.
 

Bovendien is er nog een oven en een braadoppervlak met bijbehorende braadpan. De vier branders op benzine hebben hun degelijkheid bewezen in het Amerikaanse en Duitse leger en kunnen onafhankelijk van de veldkeuken worden gebruikt. Deze branders laten bovendien toe zelfs tijdens verplaatsingen het koken gewoon verder te laten doorgaan.

De goede werking van de veldkeukens is echter niet uitsluitend afhankelijk van de branders. Ingeval van defect of «energieschaarste» kan gewoon op een andere brandstof zoals hout, kolen of enige andere vaste brandstof worden overgeschakeld. In totaal werden voor de Landmacht 236 exemplaren besteld

 
             
  zodat alle actieve infanterie-; pantser-, artillerie-, genie- en transmissieëenheden van
het 1ste Legerkorps, tot op het
echelon compagnie, met dit nieuwe
materieel kunnen uitgerust worden.
Ook de Para-commando-eenheden,
onafhankelijke eenheden van de brigades en bepaalde logistieke en medische eenneden van het 1ste Legerkorps, worden met de nieuwe veldkeukens uitgerust.

* * *
Het voornaamste element bij het
inzetten van het nieuwe materieel
blijft echter vooralsnog de kok. Bekend en beroemd bij onze geallieerde wapenbroeders die hem
leerden naar waarde te schatten bij
gezamenlijke kampperiodes en maneuvers, ligt het lot van de levensmiddelen die, na een lange weg, onder de vorm van maaltijden worden aanqeboden, in zijn handen.
 
Het beste materieel ter wereld laat
nooit toe hem te vervangen. De
koks, die vele supplementaire prestaties leveren, die meer dan regelmatig van dienst zijn tijdens weekends, die dikwijjs bloot staan aan kritiek (meestal gewoontekritiek) die niet altijd de gelukwensen
ontvangen waarop zij aanspraak
mogen maken, moeten vandaag toch eens speciaal worden vermeld. Zij zijn het immers die het nieuwe veldkeukenmaterieel zullen bedienen, in een eveneens nieuwe werkkledij overigens.
Zij zullen het citaat van Napoleon
«Het leger marcheert met zijn maag» in de praktijk omzetten.
Foto's COCHART
E. DE MAERSCHALCK
   
             
 
 
   
   
             
  VOLLEDIGE BENAMING: Trailer Kitchen 1 ton op twee wielen.
BEREIDINGSMOGELIJKHEDEN: Meer dan 250 maaltijden.
UITRUSTING:
- één enkelvoudige kookketel van 140 liter;
- één dubbelwandige kookketel van 120 liter (type waterbad);
- één oven;
- één braadoppervlak met braadpan
AANTAL BRANDERS: vier.
VERBRUIK BRANDERS: 2,5 liter benzine per uur
INHOUD BENZINE TANK VOOR BRANDERS: 6,7 liter.
MOBILITEIT: Aanhangwagen op twee wielen door MAN of UNIMOG
getrokken.
   
             
 
     
 
             
             
         
Vorige pagina
  Menupagina BSD   Volgende pagina